Bezoek aan Mali

Eind Mei heb ik de familie Bah Diallo bezocht.
Dankzij het geld dat opgehaald is door de leerlingen van het Eerste Christelijk Lyceum in Haarlem kon ik een begin maken aan de hulp van Mambo Poa voor Lassine, Fatmata, Awa en Mohammed. Mamani, de oudste dochter van de familie bleek intussen uitgehuwelijkt te zijn. Een man was, na mijn eerste bezoek langs geweest, had een kleine bruidschat betaald en Mamani mee genomen naar zijn dorp. Van onderwijs volgen kon geen spraak meer zijn. Ik heb toen besloten om een andere kind te helpen. Het is Mohammed Bah Diallo geworden, een neef van de familie die in Douentza woont.


Mijn verblijf in Mali werd bepaald door de warmte. Iedere dag 45 Graden, dat is zo onvoorstelbaar warm. Zo warm dat kinderen ook niet meer naar school gaan omdat de hitte hen te veel uitput. Daardoor was het ook niet mogelijk te zien hoe Lassine, Fatmata, Mohammed en Awa het op school doen. Wel heb ik met de directeuren van de diverse scholen kunnen praten. Direct bij aankomst op het vliegveld van de hoofdstad Bamako voelde ik de warmte, de warmte van Afrika. Die warmte, die echt als een deken je omsluit, maakt mij telkens weer blij, het is net alsof ik weer thuis kom.


Op het vliegveld werd ik opgewacht door Adama Karembé, mijn vriend, die jullie ook kennen van de video waar hij de gierst stampt met een Peul vrouw en met de kinderen ophits met zang. Hij wilde me persé naar Mopti brengen. De tocht duurde negen uur en we volgden de Niger, de levensader van Mali. Tijdens die tocht was goed te merken dat Mali een van de armste landen van Afrika is. Zelfs wegrestaurantjes hadden vaak niets om te verkopen. Geen cola, geen bananen, zelfs geen koffie. Tijdens die autoreis maakte ik ook weer mee hoe afhankelijk iedereen is van vervoer. Overal langs de weg stonden mensen te liften.


De chauffeur nam dan ook zoveel mogelijk mensen mee. Zo werd mijn rit er een waarbij ik tientallen mensen ontmoette, iedereen met z’n eigen verhaal. Onderweg stopten we niet alleen vaak om mensen in- en uit te laten stappen, maar ook voor politiecontroles. Soms moet de chauffeur dan alleen zijn rijbewijs laten zien. Meestal moest echter iedereen eruit en wilden de agenten ieders papieren zien en alle bagage doorzoeken. Alleen door hen wat geld toe te stoppen was het mogelijk dat soort tijdrovende controles af te kopen.


Na aankomst in Mopti ging ik direct naar het huis van mevrouw Bah Diallo en haar kinderen. De ontvangst was zeer hartelijk. Jammer dat haar dochter Mamani er niet meer bij was: Uitgehuwelijkt aan een verre oom. Ik heb toen besloten om een neef van de kinderen op te nemen in het programma van Mambo Poa. Hij woont momenteel bij zijn oom in Douentza, een dorp 180 kilometer meer naar het noordoosten, aan de rand van de woestijn. Ik ben er de volgende dag meteen naar toe gereden. Die oom is ook vreselijk arm. Zijn huis telt twee kamers, zonder ramen. Er is alleen een deur. Hij en zij vrouw hebben een bed. Mohammed en de andere kinderen slapen op dunne rieten matjes daar rondom. Elke dag eten ze één maaltijd; rijst met een beetje saus. Groenten, vlees of vis; daar hebben ze het geld niet voor. Ik heb met hen afgesproken dat Mohammed per eind augustus naar zijn tante, de moeder van Lassine, Fatmata en Awa in Mopti verhuisd en daar gaat studeren.


Het huis van de familie Bah Diallo in Mopti is trouwens niet veel beter. Maar het staat wel in iets wat nog het meeste lijkt op een hofje. Bovendien is het klimaat in Mopti iets milder onder invloed van de rivier. De hitte is daardoor iets minder verstikkend.


Ik bleef maar een paar dagen in Mopti en overnachtte op een hotel. Inderdaad op, want alleen op het dak was het nog enigszins uit te houden. Omdat er in mei geen toeristen zijn wilde de kok niet voor mij, als enige gast, koken. Blij toe, want daardoor kon ik lekker op straat eten en genieten van de plaatselijke lekkernij: schapennieren.


Mevrouw Bah Diallo verdient een beetje door regelmatig met de bus naar Burkina Faso te reizen. In Bobo Dioulasso koopt ze doeken en stoffen in die ze weer verkoopt op de markt van Mopti. Per doek maakt ze een klein beetje winst. Een deel van die winst gaat echter verloren omdat ze hout moet kopen of sprokkelen om het eten op klaar te maken. Van jullie geld heb ik een gasfornuis gekocht zodat ze minder geld hoeft uit te geven aan stookkosten. Gas is immers veel efficiënter om op te kopen dan hout. Ook kreeg ze geld voor de aanschaf van wat kleren en eten.


Het gaat goed met de vier kinderen. Ze hebben dankzij de steun van jullie weer toekomstdromen. Zo wil Fatmata graag verpleegkundige worden. Liefst in Europa. Op die manier hoopt ze te ontsnappen aan de armoede waarin ze nu leeft. Awa is de stilste van de vier. Zij vindt school leuk en hoopt ooit lerares te worden. Jammer genoeg is haar leraar niet altijd present. Hij krijgt namelijk zo’n karig salaris dat hij af en toe invalt als taxichauffeur om voldoende geld te hebben om zijn gezin te voeden.


Een van de belangrijkste lessen op school is verhalen vertellen. In Mali staan verhalenvertellers in hoog aanzien. Ze zijn de wandelende geschiedenisboeken van het land. In elk dorp is ’s avonds wel zo’n man aan het vertellen. Bijvoorbeeld over de herkomst van de familienamen, over de geschiedenis van de familie en ook over de ontstaansgeschiedenis van de Peulstam.


Op school leren de kinderen ook –een beetje- de Franse taal, wiskunde, aardrijkskunde en biologie. Het niveau van al die vakken is niet hoog. Om die reden ben ik op zoek geweest naar of een betere school voor de vier kinderen of iemand die hen wat bijles kan geven. Alleen op die manier is het mogelijk ze een goede basis te geven voor de rest van hun leven. Nu zitten ze met zo’n honderd leerlingen in een klas. De helft kan op een stoel zitten, de andere helft op de grond. Als ze een beetje geluk hebben, hebben ze tien schriften per klas en één pen. Ja, één pen per klas. Vanaf begin september zullen Lassine, Fatmata, Awa en Mohammed studeren in de beste school van Mopti en omgeving. Hun schoolgeld is betaald tot het einde van dit jaar.


Eind december zie ik ze weer. Dan breng ik met een groep toeristen weer een bezoek aan Mopti en kan ik kijken hoe het met hen gaat. Ik zal dan de volgende betalingen doen voor school en levensonderhoud.


Daniel Longai Dieraert
mei 2007